Amazone
Peru
15 mei 2005
Er waren helaas geen ochtendvluchten naar Iquitos, dus vanmiddag om 16.00 uur naar Iquitos gevlogen. Vanochtend in ons hotel Jason weer getroffen. Hij was gisteren met Evan naar Tarapoto gekomen om een avondje te stappen en vanochtend hoorde hij onze stemmen, dus hij snel het bed uit. Hij was heel benieuwd naar onze ervaringen in het Mysteriosusgebied. Dus lekker lang met hem en later ook Evan zitten te ontbijten.
Mario, volgens Rainer, de beste gids voor Iquitos om gifkikkers te zien, zat helaas in Ecuador. Er waren diverse dure lodges wat verder van Iquitos vandaan, waar je mogelijk nog aardig wat kon zien. Eentje bleek een dendrobat management programme te hebben, Jason was hier geweest en had ook hier onderzoek gedaan. Maar dat bleek een hele dure lodge te zijn, 1200 USD p.p. voor 1 week. Zitten dubben, dit was wel de beste kans om de meeste gifkikkersoorten die daar voorkwamen te zien en natuurlijk ook vele andere dieren uit het Amazonegebied. Wij konden vanochtend niet meer met die lodge in contact komen en hoopten iemand van de lodge op het vliegveld aan te treffen. Op de meeste vliegvelden hier, heb je stands van diverse touroperators e.d. Maar op het vliegveld van Iquitos stonden ze niet. We hadden een adres van hun kantoor in Iquitos, dus eerst maar een hotelletje zoeken en dan naar het kantoor. Onze taxichauffeur vroeg wat we allemaal in Iquitos e.o. wilden zien, dus wij zeiden ‘gifkikkers’. Oh, zijn broer had thuis een winkel met gifkikkers, als we wilden dan kon hij die ons wel laten zien. Helaas was zijn broer nou op expeditie. Ook had hij een vriend die een eigen reisbureau had en die vaker mensen begeleidde die kikkers wilden zien. Hij kon ons daar wel naar toe brengen. Maar wij wilden eerst het kantoortje van die lodge bezoeken. Deze bleek echter gesloten en zag er op de 1e verdieping een van een oud, wat slecht onderhouden huis, niet zo goed uit. Dus wij dachten, okay laten we dan maar eens gaan kijken wat dat ‘aanbevolen’ reisbureautje te bieden heeft, het lag vlak bij ons hotel aan Plaza de Armas. De gids kon zo vertellen, na het laten zien van onze kaart met gifkikkerfoto’s, waar hij welke gifkikker kon vinden, ook vertelde hij waar je precies moest zoeken en op letten. Dit klonk goed en na enig onderhandelen zijn we tot een expeditie voor 4 dagen gekomen. Voor 4 dagen zouden we met hem en zijn boot de Amazone zo’n 210 km stroomopwaarts varen en onderweg verschillende plekken aandoen. Hij had een heel eenvoudig basiskamp aan de Yarapirivier, waar we diverse soorten apen, luiaards, papegaaien, dolfijnen en met geluk reuzeotters zouden kunnen zien. We zouden echter eerst morgen via de weg naar Nauta naar een gebied gaan waar de D. reticulatus en de D. duellmani voor zouden komen. We zouden dan die dag bekijken of hij een goede kikkergids was alvorens de volgende dag een paar dagen met hem en zijn boot de Amazone op te gaan. Het klonk heel interessant, het zou wel wat primitiever zijn als de lodge, maar ook avontuurlijker en heel veel goedkoper.
16 mei 2005
Om 6.00 uur haalde Andy, onze gids van Amazonian Wilderness Expeditions, ons af bij het hotel, met een ons al bekende taxichauffeur, die ons van het vliegveld naar het hotel gebracht. We reden de weg op naar Nauta, zo’n 100 km stroomopwaarts aan de Amazone gelegen. Bij km 58, zouden we een pad inslaan dat naar de Amazonerivier liep, 10 km en halverwege zouden we een roodgestreept kikkertje kunnen zien. Hij wist niet hoe de kikker heette, maar het plaatje dat hij aanwees, was een D. real duellmani. Het slingerende pad richting de rivier gevolgd en na een paar km de bossen in gedoken op zoek naar een roodgestreept kikkertje. Als eerste kikker vonden we een E. hahneli en wat later inderdaad op een woudreus een roodgestreept kikkertje met een larf op zijn rug. Helaas kroop hij snel een diepe holte in en kwam er niet meer uit. Was het de real duellmani? Na lang verder zoeken geen andere meer gevonden. Andy wist een paar km verderop nog een plek waar hij er onlangs nog meerdere had gevonden. In de zengende hitte, het pad lag in de volle zon, langs enkele kleine plantages, kwamen we bij het volgende gebied. Onderweg wel diverse hagedissen gezien en een regenboogboa. Al gauw vonden we een roodgestreept kikkertje, halfwas, en iets later een volwassen exemplaar. Maar ze waren razend snel, en wilden echt niet meewerken aan een fotosessie. Gelukkig nog wat later een exemplaar gevonden die wel wilde meewerken. Deze kikkertjes waren echt mooi van kleur, blauwgemarmerde poten en buik, zoals de reti’s maar dan 3 fel rode strepen over de rug. Inmiddels van Jason vernomen dat dit niet de real duellmani was, maar de gestreepte reticulatus.
Hierna liepen we weer terug naar onze taxi, op weg naar het volgende gebied waar de D. reticulatus zou zitten. Echter na een half uur rijden, een klapband. Al de banden waren spekglad. Tsja, dan sta je daar langs de weg, geen reserveband, niets. ’s Ochtends hadden we heel wat mini-busjes ingehaald, dus dachten we, dan maar met zo’n busje naar dat gebied. Maar begin van de middag, op het heetst van de dag, was er geen minibus te zien. Na ruim een uur kwam de 1e minibus voorbij, helemaal vol, dus die reed door. Een half uur later weer een busje, hier konden we ons gelukkig nog net naar binnen proppen. Toen we bij het gebied aankwamen was het al tegen half vijf. Hier een even gezocht, maar niets gevonden. We besloten om maar niet verder te zoeken, het was nog een eind naar Iquitos en we konden beter niet in het donker reizen. Ook hier weer lang op een minibus moeten wachten. Toen we eindelijk in een overvolle minibus zaten, bleek de ene minibus na de andere langs te komen. In het donker kwamen we in Iquitos aan.
17 mei 2005
Vannacht begon het flink te regenen. Toen we om 6.00 uur opgehaald werden, regende het nog steeds flink. Met een brommertaxi gingen we naar een haventje, aan een kleine zijarm van de Amazone. Maar met 10 minuten varen, kwamen we op de Amazone. Een enorme rivier, een paar kilometer breed op dit stuk. Eerst gingen we naar het dorpje van zijn ouders, Panguana, zo’n 60 km stroomopwaarts. Daar kwam een mooi gestreept kikkertje voor, Andy had de Amazonicus aangewezen, maar hij wist het niet zeker. Het huis van zijn ouders was Andy’s eerste basiskamp geweest. Toen daar steeds minder wild was te zien, heeft hij zo’n 70 km verder op een lodge gebouwd, maar wederom hetzelfde verhaal. Ook daar was steeds minder wild te zien en moest hij steeds verder het Amazonegebied in met de toeristen. Hij heeft toen enkele maanden geleden de lodge verkocht en bouwt nou verder in het Amazonegebied een basiskamp, wat t.z.t. een lodge moet worden. Zijn basiskamp in aanbouw, ligt op 210 km van Iquitos.
Eerst ontbeten in het huis van zijn ouders en langzaam aan werd de regen minder. Tegen de tijd dat we het ontbijt ophadden, was het droog. Binnen 15 minuten zag je dat overal de bladeren al weer opgedroogd waren. Dus konden we op kikkerjacht gaan. Een paar km achter het huis van zijn ouders zagen we onze eerste kikkertjes, meerdere jonge kikkertjes, niet eens halfwas. Maar was het wel de amazonicus? Ze leken meer op de duellmani, maar dan zonder signaalvlekken. Helaas zagen we geen volwassen exemplaren in de buurt. Nog zeker een uur verder gezocht voordat we de eerste volwassen kikker zagen, dit was duidelijk een D. duellmani. Al gauw zagen we er meerdere. Omgevallen of omgehakte bomen waren favoriet. Ook zagen we daar een jonge duellmani, deze leek sprekend op de eerdere jonge kikkertjes die we hadden gezien, maar had al wel duidelijk de gele signaalvlekken die de volwassenen ook hadden. De jongen die we eerder hadden gezien, hadden deze signaalvlekken niet. Of krijgen ze deze pas naarmate ze ouder worden? Maar daar het hetzelfde gebied was, hooguit een km verderop, houden we het er maar op dat de eerste jongen ook duellmani’s waren en geen amazonicussen. Daarna weer teruggekeerd naar het dorp. Ondertussen had onze bootsman de lunch klaargemaakt. We zijn inmiddels gewend geraakt om 2x per dag warm te eten. Dat heb je hier ook wel nodig met onze zoek- en klimtochten. Hier zat het pas echt vol met muggen, in Tarapoto e.o. ook wel last gehad, maar dat was peanuts met de vele muggen hier.
Nog 3 uur stroomopwaarts gevaren, eerst de Ucayalirivier op en daarna een zijarm in, de Yarapirivier. Hier een hele tijd met de boot stil gelegen om de roze en grijze dolfijnen te bewonderen. Geweldig om te zien, maar heel lastig om te fotograferen, elke keer doken ze weer op een andere plek op en voordat je scherp gesteld had, waren ze al weer min of meer onderwater. Han is nog even in het water gesprongen om met ze te zwemmen. Maar het water was zo modderig, dat je ze niet zag naderen, alleen voelde je ze soms rakelings langs zwemmen en zag je ze iets verderop weer opduiken. De kleine sardientjes werden echter steeds vervelender, eerst voorzichtig aan je nibbelen, maar toen begonnen ze echt te happen en toen er eentje in Han’s tepel beet, was de zwempartij snel over.
Vandaar was het nog een half uurtje naar ons basiskamp varen. Via een smal kreekje van nog geen 2m breed kwamen we bij een meertje. Hier was ons kamp. De eerste start was gemaakt, maar het was nog vrij primitief. Wel hadden ze al een etenshut afgezet met horrengaas. Dit was echt nodig. Vlak nadat we waren aangekomen, begon het te schemeren en kwamen de malariamuggen te voorschijn. Waren we overdag al compleet lek gestoken door muggen en steekvliegen, dat was nog niets bij deze ‘aanval’. Dus maar snel de etenshut ingedoken. Hier hingen ook 2 hangmatten, dus dat was even lekker relaxen. Het was nog niet goed en wel donker of in de grote boom achter ons, begon een phelomedusa bicolor te keer te gaan. Er natuurlijk gelijk op af, maar hij zat helaas te hoog in de boom om hem te kunnen zien. Er zat nog een andere kikker die op hem reageerde, wat een volume! Na het eten kwamen de enige nachtactieve apen van het Amazonegebied naar ons kamp en begonnen te keer te gaan in de boom bij onze etenshut en in de boom naast onze open hut, waar onze muskietennetten hingen. Eindelijk weer eens wat meer te zien dan alleen kikkers, hagedissen en slangen. Hiervoor waren we ook naar het Amazonegebied gekomen. In de regenwouden die we hiervoor bezocht hadden, zat helemaal geen wild meer. Maar ook hier in het Amazonegebied wordt het steeds moeilijker om groot wild te zien. Hopelijk zien we morgen meer apen, ook zijn we benieuwd wat voor een soort kikker we hier morgen te zien krijgen. Een lichtblauwe volgens Andy, hij kent de kikkers helemaal niet, dus het is steeds een verrassing wat we te zien krijgen, maar zolang we steeds kikkertjes vinden, is dat geen probleem.
18 mei 2005
Vanochtend eerst achter het kamp op zoek gegaan naar de volgende gifkikker. Maar na 2 uur zoeken, geen kikkertje gezien, ook geen andere dieren, zelfs geen hagedis. Alleen maar muggen, muggen en nogmaals muggen. Na 2 uur gezegd, laten we nou maar voor de apen gaan. Terug in het kamp zeiden we tegen de 2 jongens die het kamp bouwden en bewaakten, geen kikkertjes gevonden. Zegt de ene wel eens kleine kikkertjes bij de bananenboom achter de keuken gezien te hebben. Dus wij kijken en ja hoor, 2 ventri’s. Zelfs een legsel van hun in de oksel van een bananenblad. Iets verder naar achteren staan vele heleconia’s, maar blijkbaar bevalt de bananenboom hen beter. Je ziet hier nauwelijks bromelia’s, af en toe op een woudreus die in het moeras staat. Wel zie je soms enorme tillandsia’s, ook boven het water. Daarna lieten de jongens ons nog 2 slangen zien, die bij ons kamp zaten. Een mooie regenboogboa en een anaconda die in de boom achter onze slaaphut zat. Maar volgens ons leek dit meer op een boa constrictor dan een anaconda, maar wij zijn geen slangenexperts. Thuis maar even de foto aan een kenner laten zien. Ook hadden ze voor ons een kaaiman gevonden, net naast de vlonder die we als wasplaats gebruikten.
Daarna met een kano het meer op en het moeras in geweest. Ondertussen begon het al aardig warm te worden. Eigenlijk waren we aan de late kant voor de apen, maar er gelukkig wel enkele van een afstandje gezien. Overal zie je van die reuze waterleliebladeren met een diameter van 1½ tot 2m, de Vitoria Regina. Eerst bloeit de bloem van deze waterlelie, deze begint meestal tegen de schemering te bloeien en bloeit 25 uur. Daarna sterft hij af en binnen 2 weken vormt hij uit de afgestorven bloem een groot blad met opstaande rand. Deze kunnen een gewicht van zo’n 7 kilo dragen. Na 5 weken is zo’n blad helemaal vergaan, opgegeten door insecten. Rond de middag waren we weer terug in ons kamp, waar we snel de etenshut in doken, de hangmat in. Je merkt nou na bijna 3 weken van vele inspannende tochten, vaak wat ‘primitieve’ verblijfplaatsen (hier wassen we ons in de rivier), beperkte variatie aan voedsel, slecht slapen, helemaal onder de muggenbulten, waarvan velen geïnfecteerd, dat we aan wat meer ‘rust’ toe zijn en eigenlijk snakken we naar een goed bed en een lekkere douche, geen muggen. Al moet ik wel zeggen, we hebben af en toe tussendoor wel een nachtje in een hotel geslapen. We zaten een beetje te dimdammen, wat doen we hierna. We willen natuurlijk wel alsnog de reti zien, maar willen we ook nog enkele dagen stroomafwaarts op zoek gaan naar de groene trivittatus en nog een ander verrassingskikkertje van Andy en kamperen aan de oever van de Naporivier en de Amazone of gaan we naar Cusco en Machu Picchu en doen we het wat rustiger en luxer aan. We laten het nog even open. Vanmiddag opnieuw een poging gedaan om per kano om apen en otters te zien. We waren nog niet lang onderweg of er barstte een enorme stortbui los. Snel met de kano onder een woudreus gedoken. Aanvankelijk leek deze de regen aardig tegen te houden, maar na een minuut of 10 kon de boom de stortbui ook niet meer opvangen. Na zo’n half uur werd het langzamerhand weer droog. Al gauw begon je verschillende vogels te zien. Verschillende papagaaisoorten vlogen paarsgewijs, luid krijsend over. Ook enkele toekans, verschillende roofvogels en andere vogels gezien. Maar de apen hielden zich schuil, ze wel gehoord. Terug naar het kamp gevaren, door de smalle kreek naar het meertje. De waterstand in het kreekje was ondertussen met bijna een meter gedaald, de motorboot zou hier niet meer door kunnen, met de kano schuurde je al aardig over de bodem. Maar Andy vertelde, er is nog een andere uitgang.
19 mei 2005
Vanochtend er opnieuw met de kano op uit. Deze keer weer apen gezien, een ander soort en een luiaard. Maar niet te fotograferen wegens het felle tegenlicht. De andere uitgang gecheckt, hier lag echter een omgevallen boom in de weg. Met de kano konden we er net overheen. Iets later zat de heleboel dicht met mosselplantjes, een hele groene weide met her en der bomen erin. Met veel moeite er door heen gepeddeld, zeker een km. Maar dit was de enige andere manier om de Yarapi te bereiken. Terug in het kamp de 2 jongens mee in de kano, met machetes en een hakbijl en onze boot achter hen aan. Met veel moeite werd de boom uiteindelijk doorgehakt, eerst de stronk die in de weg lag, toen de boom zelf. Maar toen hij doorgehakt was, kon hij onvoldoende weggeduwd worden om de boot door te laten. Op een andere plek de boomstam nogmaals doorgehakt en kwam er iets meer beweging in. Met zijn allen duwden en trokken we de boot langs de boom heen. Weer door de weide met mosselplanten gepeddeld tot we op de Yarapi kwamen. Ondertussen had ook mijn camera het begeven. Gelukkig dat we voor onze vakantie gezegd hadden, laten we onze videocamera, waar je ook mee kunt fotograferen als reserve meenemen, je weet maar nooit. En inderdaad, je weet maar nooit. Han’s camera begaf het de 1e dag in het Amazonegebied, de mijne vandaag, dus we hebben onze reservecamera hard nodig. Nou moet deze het ook niet gaan begeven, want we hebben nog ruim een week te gaan.
Waar de Yarapi in de Ucayali stroomt, hebben we aan de overzijde het dorpje San Pedro bezocht, ook hier zou een kikker voorkomen, groen met een witte streep aan de zijkanten. Weer hadden we geen idee wat het zou moeten zijn. Er zou ook nog een kikkertje met rode strepen voorkomen, maar die zou wat moeilijker te vinden zijn. San Pedro lag aan het eind van het pad dat we enkele dagen geleden waren ingeslagen vanaf de weg naar Nauta. Het roodgestreeptje kikkertje zou er iets anders uitzien, zei Andy, dus we hoopten eindelijk de amazonicus te zien.
Rechts achter het dorpje had je enkele plantages en secundair regenwoud. Al gauw zagen we de 1e hahneli, de 2e , de 3e, bijna bij elke stap die je zette, sprong er een hahneli weg. Deze waren wat feller gekleurd, fellere gele strepen en signaalvlekken dan die we wat verder op de 1e dag hadden gezien. Dit waren dus Andy’s groene kikkers met witte strepen J. Op een plek had je een enorm groot nest van killerants, met vele gaten. Ik zag een hahneli een gat in kruipen, snel Han geroepen met zijn camera om te wachten totdat hij weer het gat zou uitkruipen, maar hij kwam uit een heel ander gat gekropen, zo’n 2m verderop. Toen verder het primaire regenwoud ingelopen, op zoek naar het roodgestreepte kikkertje, deze helaas niet gevonden. Alleen wat hagedisjes en skinkjes. Na zo’n uur of 2 vergeefs gezocht te hebben, Andy maar aangegeven dat we terug naar de boot wilden, we waren door ons water heen. Tegen de schemer kwamen we in Iquitos aan.
Daar we op de eerste dag wegens autopech de reti’s gemist hebben, willen we morgen gebruiken om de reti’s te zien. Op weg naar Nauta heb je het Allpahuayo Investigation Reserve, we hadden gehoord dat ze hier o.a. onderzoek naar de reti hebben gedaan. Hier vanavond naar gebeld en voor morgen daar een gids geregeld. We hebben besloten om maar niet verder stroomafwaarts te gaan, op zoek naar andere kikkers, Andy kent de kikkers niet, als we zeker wisten dat we wat bijzonders zouden zien, dan was het anders. Mario, de kennis van Rainer, was nog niet terug, dus net maar een ticket voor Cusco gekocht.
20 mei 2005
Vandaag naar het Allpahuayo Investigation Reserve geweest. Een leuke en interessante dag. Hier komen slechts weinig toeristen daar het een onderzoeksstation is en geen gewoon reservaat, veel biologiestudenten komen hier onderzoek doen en worden er workshops gegeven. Er waren nou 30 biologiestudenten en Midden en Zuid-Amerika voor een 10-daagse workshop. Wij konden ook inzage krijgen in de diverse onderzoekresultaten. We kregen de afstudeerscriptie van een biologiestudente die vorig jaar hier de reti’s had bestudeerd, om te lezen. De scriptie was vrij algemeen, het meeste over de reti was ons al bekend. Onze gids was een local die vorig jaar had geholpen met het reti onderzoek. Het reservaat heeft nauwelijks bromelia’s, maar de reti’s waren blijkbaar toch voldoende creatief om voldoende afzetplekken te vinden, want er waren redelijk wat reti’s te zien. Hoewel wij nauwelijks geschikte afzetplaatsen hadden gezien. Toen de biologe onderzoek deed, had ze in een cirkel van 10m doorsnede, 20 halve plastic flesjes geplaatst met een beetje water erin. Binnen enkele weken zaten er in 15 flesjes larven. Ook hadden ze nog nooit een reti hoger dan 1½ m in een boom gezien. De flesjes die hoger geplaatst waren, waren niet gebruikt. Nog een mogelijk retilegsel gevonden in 1 van de schaarse bromelia’s. Een groot legsel, waarschijnlijk meerdere legsels bij elkaar, want de reti’s leggen normaal gesproken geen grote legsels. Onze gids vertelde dat ze vaker afzetplaatsen deelden, waarschijnlijk wegens het gebrek aan goede afzetplaatsen. Op de 1e plek waar we naar toe gingen slechts enkele reti’s gevonden, maar wel eentje met 2 larven op zijn rug. Op de 2e plek heel wat meer reti’s gevonden. In het begin riepen we steeds, hier zit er één, maar al gauw hielden we hiermee op.
De manager van het onderzoeksstation wilde heel graag wat van onze ervaringen met gifkikkers horen en of we nog iets wisten over de reti wat niet in de scriptie stond. Dus nog heel wat over gifkikkers gekletst. Haar de foto van de reti met 2 larven op de rug laten zien, dit had ze nog nooit gezien. Beloofd haar enkele foto’s te mailen. Op het station hadden ze pas sinds vorig jaar het eerste boek over kikkers in Peru, in het Engels. In het Spaans was er helaas helemaal niets. De meeste studenten en zij konden nauwelijks Engels, dit boek had ze helemaal met een woordenboek moeten lezen. Gelukkig hadden ze sinds kort ’s avonds 2 uur internet, daar konden ze al een heel eind mee komen, maar ook daar was vrijwel alles in het Engels.
Op meerdere plekken rondom Iquitos kun je de reticulatus vinden, maar we wisten dat ze hier zeker voorkwamen, dus vandaar onze voorkeur voor dit station. Daarnaast is het leuk om de ervaringen van biologen te horen. Helaas wordt de reti overal weggevangen, op veel plekken waar ze voor enkele jaren volop zaten, vind je niets meer. Op het reservaat hebben ze ’s avonds bewaking rondlopen, anders wordt daar ook van alles weggevangen, niet alleen reti’s.