Basiliscus vittatus
Leefgebied Basiliscus vittatus
Van Mexico tot Noord-West Columbia met name aan de Caribische zijde. Zowel in regenwouden als wel in de wat drogere gebieden. Je vindt ze tot op een hoogte van zo'n 1200m, maar de meeste vind je wat lager. Het strand, oevers van beekjes en rivieren zijn geliefde plekken, ze hebben een voorkeur voor wat opener gebieden. Soms vind je ze op een aardige afstand van het water. Ze zijn met name 's ochtends actief, in de middag tref je ze zelden aan, aan het einde van de dag, als de bodem wat koeler wordt, zie je ze weer overal te voorschijn komen. Ze hebben dan nog even kort een actieve periode alvorens ze bij zonsondergang de nachtrust opzoeken. Je ziet ze in tegenstelling tot de andere basilisken vaak minder hoog in de bomen, ze blijven liever dichter bij de grond. Als ze schrikken rennen ze net zoals de Basiliscus plumifrons meestal over het water weg, als ze zich nabij het water bevinden. Ook de Basiliscus vittatus tref je soms met meerdere bij elkaar aan, tot zo'n 30 per hectare.
Kweek
De Basiliscus vittatus is al vrij vroeg geslachtsrijp, vaak al met 6-10 maanden. De vrouwen kunnen het gehele jaar door eieren leggen, maar de meeste eieren worden tussen maart en september gelegd.
De legsels variëren van 4 tot 18 eieren, de eerste legsels zijn meestal tussen de 4 en 8 eieren. De eieren zijn meestal 17 mm lang en 11 mm breed. De eieren zetten in zich in de incubatietijd wat uit. De incubatietijd bedraagt bij 28-30ºC 50-70 dagen. De jonge basiliskjes zijn 11 tot 15 cm lang en wegen tussen de 1-2 gram. De jonge basiliskje groeien de eerste maanden heel snel, je kunt ze haast met de dag zien groeien met gemiddeld een halve cm per dag. Eenmaal halfwas verloopt het groeiproces veel trager. In de natuur worden deze basilisken niet zo oud 2 tot 3 jaar, maar in gevangenschap kunnen ze 5 tot 6 jaar oud worden.
Beschrijving
De kleinste basilisk met een lengte, inclusief staart, 45-55 cm. Kleur bruin tot olijfgroen. Vanaf zijn kop, heeft hij twee geel-witte strepen, deze lopen over de verticale zwarte strepen op zijn rug, tot aan de wortelstaart. De zwarte strepen kunnen naarmate ze ouder worden vervagen. De buikzijde is gelig en de keel is wat oranje. De mannetjes hebben slechts 1 kam, op de kop, deze is iets kleiner en wat ronder dan bij de andere 2 basilisken. Op de rug en staart hebben ze nauwelijks een kam, dit is meer een kleine opstaande rand. Vrouwtjes hebben geen kleine kopkam.
Gedrag
Deze basilisken zijn heel oplettend/alert en zijn zo weg als je ze nadert. Volwassen dieren zijn vrij honkvast, terwijl je de jonge dieren overal ziet. Het zijn hele actieve jagers. In gevangenschap kun je beter geen 2 volwassen mannen bij elkaar houden. Enkele vrouwen bij 1 man, kan prima. Nooit jonge basiliskjes bij volwassen basilisken zetten, daar zij de jongen kunnen opeten.
Terrarium
Vaak wordt geadviseerd dat voor een man met 2 of 3 vrouwen een terrarium van zo'n 150x80x180 cm groot nodig is, waarbij de hoogte van belang is, daar ze graag klimmen. Bij voorkeur met een flinke waterpartij, zodat ze volop kunnen drinken, badderen, zwemmen en afkoelen. De ideale watertemperatuur is 25-28 ºC. De temperatuur in de bak 28-30 ºC en enkele warmtelampen waaronder ze kunnen zonnen, waar het zo'n 40 ºC mag worden. 's Nachts mag de temperatuur afkoelen tot 20-25 ºC. De bak heeft een hoge luchtvochtigheid nodig tussen 70-90%, 's nachts mag dit tot 100% oplopen. In de regentijd mag de bak 2 tot 3x per dag langere tijd besproeid worden, in de droge tijd is 3-4x per week voldoende.
Voeding
Ze eten voornamelijk insecten (krekels, sprinkhanen, wasmotten, wandelende takken, moriowormen e.d), maar ook nestmuizen, slakken, vis, regenwormen en sommigen lusten af en toe ook zoet fruit. Geef ze een paar keer per week enkele 'prooien'. Voor de jonge basiliskjes, buffelowormen, meelwormen, krulvliegen e.d. De vittatus eet wat meer fruit, gras en zaden dan de andere basilisken.