Guatemala

September - oktober 1993. 
Deze reis hebben we met Thika Travel gemaakt, met een kleine groep van 6 man. De reis begon met een pech, op Schiphol aangekomen bleek het vliegtuig te zijn overgeboekt. Er was nog 1 plek vrij, dus we moesten stand-by staan, of iemand misschien op het laatste moment niet kwam opdagen. Toen iedereen was ingestapt, bleek er inderdaad iemand niet te zijn opkomen dagen, dus ik kreeg een plekje 1e klas en Han een plekje achterin het vliegtuig. Komen we in Guatamala City aan, blijkt dat onze bagage niet is meegekomen. Vlieg je zo vaak met goedkope luchtvaartmaatschappijen en gaat alles goed, vlieg je met KLM, foute boel. Maar het was al doorgefaxt naar het vliegveld dat onze bagage onderweg was naar Houston en de volgende dag zou aankomen. We verbleven niet in Guatamala City maar in Antigua, de vroegere hoofdstad van Guatamala. Een mooi stadje, in koloniale stijl, met een heel vredige sfeer. guatamala001.jpgHeel wat anders dan Guatamala City, een uit de kluiten gewassen 3e wereld stad, met alle bijzonderheden van dien. Vanuit het vliegtuig, net voordat we landen, hadden we gezien dat de Pacayavulkaan actief was. Helaas was de beklimming van de vulkaan uit het reisprogramma geschrapt omdat het te gevaarlijk was, doordat er de laatste tijd veel roofovervallen plaatsvonden. In de straat van ons hotel zagen we toen bij een klein reisbureautje een poster, dat je onder gewapende begeleiding de Pacaya kon beklimmen. Ook al waren we nog maar net geland en hadden we een lange vlucht vanuit Nederland achter de rug, zaten we binnen een uur met onze 4 reisgenoten in de bus op weg naar de Pacayavulkaan. Met een man of 15, van verschillende nationaliteiten, beklommen we de vulkaan, met voor en achter ons locals met geweren. Onderaan de vulkaan hoorde je al explosies. Naarmate we hoger kwamen, namen de explosies in frequentie toe en werden ze steeds luider en overweldigender. Na zo’n 2 uur lopen kwamen we aan de rand van de caldera, met recht voor ons de Pacaya waarbij je na elke explosie de vonken en de stukken lava de lucht in zag schieten. De leiders van de groep praatten erover om niet verder te gaan, het was nog een hele zware klim verder naar boven en er was slecht weer op komst. Maar wij waren niet zover gekomen om daar te stoppen, zo dachten ook enkele anderen, en met de helft van de groep vertrokken we naar de top. guatamala003.jpgEn het was echt een zware klim, over puur lava as en gruis klom je vrij stijl omhoog, na elke stap zakte je weer zo’n 15 cm naar beneden en diep weg.Maar bij de top aangekomen vergat je snel je vermoeidheid, het was zo’n indrukwekkend schouwspel, de explosies werden steeds luider en volgden elkaar steeds sneller op, de vonken en de lava werd steeds verder omhoog gespuwd.Tegen de tijd dat we de top naderden, begon het te schemeren. De explosies staken toen helemaal schitterend tegen de donkere hemel af. Ondertussen begon het ook te onweren, je voelde de statische elektriciteit om je heen, je haren gingen recht overeind staan. De gids wilde toen gelijk omkeren. Maar hij had net verteld dat aan de achterzijde lava naar beneden stroomden, dit was nog 10 minuten lopen. We konden natuurlijk niet vertrekken zonder deze gezien te hebben, dus met zijn drieën en de gids liepen we verder, de anderen gingen alvast naar beneden. De kolkende lava zo naar beneden zien stromen was helemaal een geweldig gezicht, maar we hadden hier slechts enkele minuten de tijd, de gids werd steeds nerveuzer. De bewolking werd steeds dikker, zodat het ook steeds moeilijker werd de omgeving om ons heen te zien en een stortbui daalde op ons neer. Toen er ook nog vlak bij ons een aantal zware bliksems insloegen, gingen we er met een vaart vandoor. Bergafwaarts ging natuurlijk veel sneller, met reuze stappen, alsof we van een duinpan omlaag renden, waren we met 10 minuten aan de rand van de caldera. In 3½ uur waren we naar te top geklommen, met 3 kwartier waren we beneden, in het donker zelfs. Helemaal doorweekt en tot op het bot verkleumd kwamen we bij de bus aan. 2 Dagen later lazen we in de krant, dat de top van de Pacaya was geëxplodeerd, de rand waar wij hadden gestaan, was niet meer. Gelukkig hadden we niet die dag de Pacaya beklommen, anders had je dit stukje niet kunnen lezen.

De volgende dag moesten we naar het vliegveld om onze bagage op te halen. Toen we naar het plein liepen om een taxi te pakken, waren de voorbereidingen voor onafhankelijkheidsdag in volle gang, de ene parade na de andere, alle schoolklassen marcheerden voorbij, al dan niet vergezeld door een fanfare. guatamala006.jpgWe moesten eerst wachten tot alle parades voorbij waren. Het ging er nogal serieus aan toe, er kon geen lachje van af, allemaal strakke gezichten, soms iewat verveeld, langs de kant liepen de trotse ouders mee. Terug met de bagage vertrokken we gelijk naar Panajachel, gelegen aan het meer van Atitlan. Onderweg zag je steeds meer dat ook de mannen traditioneel gekleed gingen, je zag duidelijk per dorp of streek de verschillende kleuren en motieven van de kleding. Onderweg nog een markt bezocht, Solola, er heel wat vanaf gefotografeerd en gefilmd, hier waren een paar rustige plekken waar je kon gaan zitten en maar rondkijken. Panajachel was heel toeristisch, het deed wat hippieachtig aan, maar het is schitterend gelegen, 3 vulkanen omringen het meer. De volgende dag zijn we met een bootje naar 2 dorpjes geweest, eerst naar San Pedro waar we de processies van Onafhankelijkheidsdag hebben meegemaakt. Ook hier werd er heel wat werk van gemaakt, de kinderen niet in schooluniform zoals in Antigua maar in traditionele klederdracht, sommigen in een soort marionettenpakjes. guatamala009.jpgOok de ouderen liepen mee,  het oude erelegioen leek het wel, oude mannen met geweer, zoals je het 100 jaar geleden voorstelde. Maar ook echte militairen, niet in de processie zelf, zij hielden toezicht en liepen aan de zijkanten mee. Hier zag je meer kinderen lachen, en vele liepen er heel trots bij, trots dat ze mee mochten lopen. Vanuit San Pedro gingen we verder met de boot naar Santiago d’Atitlan, waar we de heilige Maximom bezochten. Ook wel de rokende heilige genoemd. Maximom heeft dag en nacht een rokende sigaret in de mond, enkele mannen, een soort monniken zorgen 1 jaar lang voor Maximom, wisselen steeds zijn sigaretten en roken zelf mee. Naast tabak wordt er ook alcohol geofferd, die de monniken mee opdrinken. Wij hadden de mazzel getuige te zijn van een ceremonie. Altijd wordt er tabak, sigaretten of drank geofferd, gepaard gaande met heel wat gebeden, verzoeken en leedbeklag. Er hangt binnen een hele rookwalm, niet alleen van de tabak, maar ook van de kaarsen en de wierook. Het is een vrij donkere ruimte. Wat een merkwaardig onderdeel van de ceremonie was, dat er een man plaats moest nemen op een stoel, dan werd er een jas uit de kast gepakt, bewierookt en luid biddend over het hoofd van de man op de stoel gedrapeerd, de volgende en de volgende jas volgden op de zelfde manier. Op het laatst had hij 8 of 9 jassen over zich heen. Het was er al aardig benauwd binnen, hoe moet die man zich onder al die jassen wel niet gevoeld hebben. Daarna de markt van Santiago bezocht, hier dragen de vrouwen een typische hoofdtooi, zo’n 20-30 m opgerold geweven lint met een gat erin zodat hij op het hoofd kan. Een mooi gezicht. Hier ook een bont kleed gekocht, met prachtige Maya taferelen. ’s Avonds nog lekker in het meer gezwommen.

guatamala014.jpgDe volgende stop was Chichicastenango, de weekmarkt, maar dit leek nogal een markt voor toeristen al was er wel een gewone markt bij. Ik beging nou het gevoel te krijgen genoeg indianenmarkten gezien te hebben. Hier ook weer een indianenofferplaats bezocht, aan de rand van het dorp, boven op de berg. Onderweg een tiental soldaten tegengekomen, zij stonden daar ter bescherming van de toeristen. Een raar gevoel. Hier in Guatamala bestaat de bevolking uit zo’n 65% indianen en 30% latino’s, veelal halfbloeden of mensen van Spaanse afkomst. De latino’s willen het toerisme bevorderen en zijn wat meer kapitalistisch ingesteld. Dit botst vaak met de indianen, zij willen natuurlijk geen toerist bij hun offerplaatsen zien. Daar er nogal wat indianenguerilla’s opereren, zie je overal soldaten. Vaak zijn dit nog echt broekies. Ook is er overal veel politie, ook zij zijn van top tot teen bewapend. Je ziet dat vrijwel elke auto die soldaten of politie passeert, toetert en zwaait/groet. De volgende halte was San Fransisco de Alto, hier ook weer een markt bezocht, maar dit was een echte veemarkt. Je keek je ogen uit, je had eigenlijk oordoppen nodig voor alle krijsende varkens. Je zag honderden biggetjes, allemaal gelijnd, maar ook enorme zeugen en beren. Als een geïnteresseerde een zeug of beer wilde kopen, werd er steeds iemand bijgehaald die ging kijken hoe het gebit er uit zag. Nou een gekrijs en gegil, alsof het varken werd afgeslacht. Verder bij Huehuetenango de ruines van Zaceleu bezocht, Maya en Toltekenruines, maar deze vielen wat tegen. Je hebt natuurlijk plaatjes van de mooiste ruines gezien en dan vallen deze een beetje tegen.

guatamala016.jpgVanuit Huehuetenango gingen we de hooglanden in, naar Todos Santos. De hooglanden, zo’n 3600-3700 m hoog, waren schitterend. In de mist reden we omhoog, wat alles een mystiek sfeertje gaf. Eenmaal boven aangekomen, was de mist weg, alles was mooi groen met overal grillige rotsformaties.  Overal waren afscheidingen aangebracht, lage stenen muurtjes van zo’n 30-40 cm hoog met daarop een soort yucca of mooie oranje bloemen op lange stelen. Je reed kilometers lang langs deze muurtjes met fleurige bloemen. Toen we in Todos Santos aankwamen, regende het helaas, maar iedereen was op straat. De traditionele klederdracht van Todos Santos is heel fleurig, alle mannen droegen rode broeken met een fijne witte streep.  Velen met een soort zwarte, aan de voorkant opengeknipte korte broek erover. En vrijwel iedereen droeg rieten hoeden, ook de vrouwen. Je proefde hier gelijk een hele andere sfeer. Waren de indianen voorheen nogal teruggetrokken, wat somber gestemd, nauwelijks groetend, wegkijkend, hier leken ze veel trotser, aardiger, ons continue groeten, tegen ons praten enz. Van hieruit vertrokken we naar Quetzaltenango, hier hebben we een soort zwavelwarmwaterbron bezocht, lekker gebadderd tussen hele latino gezinnen. Nadat we terugkwamen van deze wandeltocht, hoorden we in het hotel dat eerder die week op die weg een Oostenrijkse toeriste die alleen rondreisde was vermoord. Je hoorde meer van deze verhalen. Als we aan het eind van de middag nog niet op onze bestemming waren, dan merkte je dat de chauffeur veel harder begon te rijden, ze reden niet graag in het donker, wegens de vele overvallen. Ook hadden we soms het idee dat we enorme omwegen maakten, toen we daar naar vroegen, bleek dat op sommige wegen zo vaak overvallen plaatsvonden, dat velen liever die wegen meden, liever 3 uur omrijden dan over die weg, ook overdag. Dit hadden we niet verwacht, vandaar overal al die militairen en politie.

Vanuit Quetzaltenango reden we naar de Pacifickust, met prachtige zwarte stranden. Ik blijf zwarte stranden toch een beetje een vreemd gezicht vinden. Vanwege de enorme golven konden we er helaas niet zwemmen. Daar nog 2 Mormoonse zendelingen gesproken, we hadden ze onderweg al diverse keren gezien. guatamala029.jpgGuatamala wordt helemaal overspoeld door allerlei kerkgenootschappen, ze vinden een gewillig oor bij de indiaanse bevolking. In elk dorpje zie je wel enkele kleine kerkjes staan. Alleen al de Mormonen hadden ruim 600 zendelingen daar. De volgende bestemming was Coban, hier zijn we met een bioloog op stap geweest. Hij wist heel wat over de flora en fauna te vertellen. Eerst gingen we naar Semuc Champay, een natuurlijke formatie van tientallen kalksteen bruggen die grote waterbassins vormden, waarin je heerlijk kon zwemmen. De bassins gingen over in een woest stromende rivier die onder de grond verdween. Een tiental km verderop, bij de grotten van Lanquin kwam de rivier weer te voorschijn. Deze grotten bezocht, hier waren diverse offerkamers van de Maya’s en prachtige druipsteenformaties. In Europa had zo’n grottentocht nooit gekund, de generator deed het niet, dus met onze zaklampen de grotten in, spekglad, een nauwelijks aangelegd pad, van de ene rots over de andere klimmend, slechts op 1 stukje een leuning, daar waar de afgrond dieper als 3 m was. Eigenlijk was het heel gevaarlijk, een paar keer uitgegleden, met bergschoenen onder de vleermuizenpoep had je helemaal geen houvast. Maar ik moet wel zeggen de 5 kamers die we bezocht hebben waren heel indrukwekkend. Helemaal smerig kwamen we uit de grotten tevoorschijn. Juist bij de uitgang kwam de rivier van Semuc Champay met heel wat kracht uit de grot stromen. Je kunt daar vanaf de rotsen, zo’n 3m in het water springen, er was nogal een woeste stroming, de eerste 100m werd je gewoon meegesleurd, daarna werd de stroming minder en kon je naar de kant zwemmen. Als die bioloog ons niet was voorgegaan, hadden we het nooit gedurfd met die sterke stroming.

guatamala032.jpgVanuit Coban vertrokken we naar Copan in Honduras, zodra we de grens overgingen leken we ook echt in een heel ander land aan te komen. De mensen waren veel vrolijker en uitbundiger, veel lachende gezichten, ze zijn veel meer Westers georiënteerd. Veel vrouwen in korte rokken met topjes, make-up, iets wat we al een paar weken niet meer hadden gezien.  De ruines van Copan waren indrukwekkend, wel echte ruines, maar je kreeg een heel goed idee, hoe het er mogelijk eens heeft uitgezien. Heel wat resten van eens schitterende beelden. Als je nou eens met een tijdmachine even kort in de tijd kon terugreizen en Copan in haar volle glorie kon aanschouwen! 
Via Rio Dulce, waar we enkele boottochten door de delta hebben gemaakt, reisden we door naar Tikal, voor mij een van de hoogtepunten van de reis. Het grootste Mayacomplex, het zou ook het grootste tempelcomplex ter wereld zijn, midden in de jungle. Sommige tempels rijzen hoog boven de jungle uit, heel indrukwekkend.  Naast heel wat tempels ook nog tientallen paleizen. Maar het grootste deel van de stad zit nog verdekt onder de jungle. Je ziet zoveel heuveltjes, helemaal begroeid, maar je ziet wel de contouren van een tempel. De tempels hadden vroeger voor, bij de hoofdingang, een negental bewerkte zuilen staan met altaars daarvoor. Verschillende van deze stenen vind je vaak aan de voet van deze begroeide heuvels, vaak door boomwortels doorklieft. Daar zich in de meeste tempels geen schatten bevonden, zijn de tempels ook niet opgegraven. guatamala035.jpgDe Maya’s kenden geen edelmetalen, jade was populair.  Onderweg hadden we nauwelijks vogels en andere dieren gezien, maar hier zag je van alles en volop. Zoveel verschillende vogels, papagaaien, neushoornvogels, kolibries, pauwachtige vogels die in en rond de paleisruïnes liepen enz. Ook diverse soorten apen, vooral de brulapen waren volop te horen, zat je boven op een tempel, dan kon je ze soms ook zien. Nieuwsgierige eekhoorntjes, enkele grote marmotachtige dieren enz.  We zijn hier 3 dagen geweest, dat had je ook wel nodig. Vooral de zonsondergangen en zonsopgangen waren schitterend, je beklom dan zo’n tempeltop, elke keer weer een andere. Je zit dan net boven de jungle, je ziet dan de nevel vanuit de jungle opstijgen, prachtig oranje gekleurd door de laatste zonnestralen, of roze door de eerste stralen.

Op weg naar Belize, eerst nog Yaxha aangedaan, een afgelegen plek aan een meer, midden in de jungle. Hier was recentelijk een Mayacomplex ontdekt, die mogelijk nog groter zou zijn dan Tikal. Om bij dit complex te komen moesten we eerst met een bootje het meer over, een riviertje op, toen nog 2 uur lopen. Wat een muggen had je daar, je werd echt lek gestoken en gek van de jeuk. Het leek wel of mijn gezicht in brand stond. Kom je uiteindelijk bij de ruines, was er niets, echt helemaal niets te zien, op enkele contouren en wat steenhopen na. Geen een tempel was opgegraven, geen beeld, niets. Dus wij werden al een beetje chagrijnig, uren in de stromende regen gelopen, compleet lek gestoken, voor een paar steenhopen. Terug bij de boot, kregen we de motor niet meer aan de praat. Er zat dus niets anders op dan stroomafwaarts, langs de oever van het meer naar onze hutten te lopen. Bij het meer aangekomen begon het al te schemeren en we moesten nog zo’n 2 uur langs het meer lopen. Hier begonnen we ons zorgen te maken. guatamala036.jpgIn en langs het meer zaten krokodillen, tijdens de vorige rondreis waren een paar toeristen in het meer gaan zwemmen, dat zou niet gevaarlijk zijn, maar 1 man is toen door een krokodil gegrepen en zijn arm is eraf gebeten. Op een open truck, 4 uur lang over een hobbelige zandweg vol kuilen, is hij naar een ziekenhuis gebracht. De krokodil was later gevangen en de schedel lag bij onze hutten tentoongesteld. Dus wij zouden nou in het donker, zonder zaklamp terug moeten lopen. Onze gids was in een draf ons voorgegaan om te kijken of hij ergens paarden kon halen, opdat wij het hele stuk niet terug hoefden te lopen. De muggen staken ondertussen onverminderd door en mijn hele gezicht was al opgezwollen, 1 oog zat al helemaal dicht, de ander begon ook te zwellen. We liepen ondertussen maar langs het meer terug, je wist maar nooit hoe lang het zou duren voor de gids terug kwam en of hij met paarden terugkwam. Na ruim een uur lopen kwamen we bij een moeras, hier zijn we maar gaan wachten op de gids. Wachten duurt altijd lang en uiteindelijk kwam hij met 1 paard terug. Wij, een voor een te paard het moeras door. Na het moeras zagen we in de verte al de olielampen van onze hutten. Gelukkig bereikten we zonder ook maar 1 krokodil gezien te hebben onze hutten, ik moest het laatste stuk aan de hand geleid worden want ik kon haast niets meer zien. 
Toen we later op de avond met de olielamp naar ons hutje gingen, zaten er 2 enorme vogelspinnen op de deur. Han hen proberen met zijn schoen dood te slaan, de eerste was gelijk raak, maar de tweede spin was hem te snel af en kroop onder de deur door het hutje in. Ik buiten blijven staan en Han naar binnen op jacht naar de spin. Even later een paar tikken en geroep, ik heb hem. De smiecht, de volgende ochtend verteld hij mij dat hij hem niet had gevonden en alsof had gedaan, ik kon met mijn opgezwollen ogen toch haast niets zien en anders zou ik niet geslapen hebben, daar ik als de dood voor spinnen ben. We lagen net in bed of we hoorden gegil uit het hutje naast ons, wij uit bed, zaten er bij de buren in een spleet boven bed 2 grote schorpioenen. Zij durfden niets te doen, Han er weer met zijn schoen erop los, eentje kreeg hij te pakken, maar het zijn taaie beesten, er waren verschillende slagen voor nodig. De tweede kroop echter weg achter de spleet. Onze buren hadden geen goede nachtrust. guatamala045.jpg
De volgende dag was 1 oog al weer wat open en reden we verder naar Belize, ook hier weer te voet de grens over, en gelijk kwam je in een heel ander land. Nauwelijks een indianenbevolking, wat latino’s en voor het merendeel een zwarte bevolking. Een hele andere sfeer, heel relaxed en easy-going. Bij de kust aangekomen gingen we per boot naar Cay Caulker, een eilandje vlak voor de kust. Hier konden we wat relaxen en lekker een paar dagen duiken al vorens weer huiswaarts te keren. Een echt klein eilandje met maar 1 straat. Liep je over straat, de jongere negers steeds roepen, hey man, don’t worry, be happy en sloegen in de lucht tegen je hand. Overal hoorde je reaggeamuziek. Een leuk sfeertje dus. Overal zag je pelikanen, regelmatig zaten we op de steiger van ons hotelletje naar de stortduiken van de pelikanen te kijken. Het waren fanatieke vissers. 
Het duiken was niet heel bijzonder, qua koralen, maar wel van alles gezien, vooral in het Marine Park. Met een supersnelle speedboot zijn we diverse keren naar het nabij gelegen Marine Park geweest. Hier zaten heel wat adelaarsroggen, waarvan een met jong. Deze zagen we elke keer, overal waar zij heen zwom volgde aan het einde van haar staart, haar jong. Een schitterend gezicht. Ook had je er enorme barracuda’s, de echt grote joekels zwommen alleen, de barracuda’s in scholen waren wat kleiner. Verder hadden we regelmatig gezelschap van grote nieuwsgierige wrakbaarsen, van meer dan een meter, die bleven ons de hele tijd volgen en je kon met hen spelen. Ook nog enkele verpleegstershaaien gezien. We hadden een hele relaxte duikgids, elke keer voordat we in het water sprongen, riep hij, ´come on let’s blow some bubbles´

Volgend artikel Irian Jaya
Back To Top