Borneo

Borneo (Kalimantan) / Sangalaki - mei 1999

Voor deze duikvakantie wilden we heel graag manta's zien. Diverse duikbestemmingen bekeken waar manta's voorkwamen en Sangaliki had vrij wel het hele jaar door een grote groep manta's rond om het eiland zwemmen. Toen we zagen dat we niet via Indonesië maar via Maleisië naar Sangalaki vlogen, besloten we om eerst een aantal dagen een jungletour te maken op Sabah, het Maleisische deel van Borneo. We hadden net onze reis geboekt, toen in de aanloop naar de verkiezingen het aardig onrustig in Indonesië begon te worden. Helemaal op Kalimantan, hier vielen 2 weken voor ons vertrek bijna 400 doden. We hebben even getwijfeld of we wel zouden moeten gaan, maar daar je op Borneo006.jpgSangalaki een eind van de bewoonde wereld zit en niet ver van de grens met Borneo, waar we met de boot kunnen komen en van waaruit we vliegen, toch maar besloten te gaan. Op de 2 momenten na, dat we even in Berau waren, waar je de ene auto na de andere met rode Golkar vlaggen zag en uit luidsprekers Golkar leuzen hoorde, niets van de politieke spanningen gemerkt.

We vlogen in op Sandakan, vanwaar wij per jeep naar Sukau, een kleine nederzetting aan de Kinabatangan, vertrokken. Het Kinabatangangebied is het laatste stukje ongerept oerwoud van Borneo. De Kinabatanganrivier is de grootste rivier van Borneo en een deel van zijn stroomgebied behoort tot een van de rijkste ecosystemen van de wereld. Je vindt hier in een relatief klein gebied heel veel dieren- en plantensoorten bij elkaar, waaronder diverse zeldzame soorten. Het Kinabatangangebied is vooral bekend om zijn neusapen en zijn kleine populatie bosolifanten. Borneo013.jpgAlvorens hier aan te komen reden wij eerst uren langs enorme palmplantages. Een troosteloos gezicht al die kaalgekapte heuvels waar netjes in rijen de palmen aangeplant waren. Eerst brachten we een bezoekje aan de Gomatonggrotten. Vlak voor de Gomatanggrotten zagen we tot onze grote verrassing onze eerste urang-utan. We hadden helemaal niet verwacht om er eentje in het wild tegen te komen, we hoopten natuurlijk van wel. En deze plek was niet echt bepaald ongerept oerwoud, we zaten nog relatief dicht bij de palmplantages. Hij/zij was nog niet volwassen. Waarschijnlijk werd ze af en toe gevoerd omdat hier regelmatig vogelnestjesplukkers en andere mensen komen. De Gomantanggrotten zijn kalksteengrotten en zijn bekend om hun eetbare vogelnestjes die de zwaluwen met hun speeksel maken, een Chinese delicatesse! Maar wat een klus om die vogelnestjes te 'plukken', met smalle touwladders helemaal omhoog de grot in, en een stank in de grotten! En nog nooit zoveel kakkerlakken bij elkaar gezien.
De ingang van de grot was aardig begroeid, net toen we naar binnen wilde lopen wees onze gids omhoog. Boven ons hoofd hing een grote gele slang van zeker 2 meter lang. Hij kon ons helaas niet vertellen wat voor een slang het was. Er werd naar enkele locals geschreeuwd dat er een slang was, toen we wat later de grot uitkwamen, was de slang verdwenen. Geen idee of de locals hem hadden verwijderd of dat hij zelfs was verdwenen. Aan het einde van de dag kwamen we in Sukau aan, van daar gingen we met een klein bootje naar een jungle lodge, prachtig gelegen aan de Kinabatangan. Borneo012.jpgVan hieruit enkele boottochten en wandeltochten gemaakt. Vooral de boottochten waren schitterend, honderden neusapen gezien, de proboscis apen. De mannetjes hebben geweldige ronde, platte afhangende neuzen. Ze diverse keren net voor de boot naar de overkant zien springen, waarbij velen vlak bij ons in het water plonsden en ons nat spatten. Maar lastig te fotograferen. Natuurlijk ook verschillende andere apen, vooral langstaart- en kortstaartmakaken gezien. Ook diverse soorten hagedissen en vogels gezien, vooral de neushoornvogel was erg indrukwekkend. 
En zoals altijd hadden wij weer eens pech met de boot, tijdens 1 van de tochten was de motor uitgevallen. We waren toen al enkele uren stroomopwaarts van de lodge. De bootsman had maar 1 peddel en peddelde langzaam terug. We zaten enkele uren in het donker met onze 2 Australische medepassagiers sterke verhalen te vertellen toen er eindelijk een boot aankwam. Toen wij 2 uur na zonsondergang nog niet terug waren bij de lodge, zijn ze ons gaan zoeken. Tegen elven kwamen wij bij de lodge aan. Men was zo aardig om zo laat nog een uitgebreid diner voor ons klaar te maken, wij waren natuurlijk uitgehongerd.

Weer terug in Sandakan nog het nabij gelegen Sepilok Urang-utan opvangcentrum bezocht. Dit was na het regenwoud natuurlijk een Borneo017.jpgdierentuinachtig uitstapje, maar het zijn zulke schitterende dieren, dat ik er toch graag naar toe wilde. Het opvangcentrum annex reservaat is enkele tientallen km² groot, dus ze hebben aardig wat ruimte. In dit gebied hebben ze diverse voederplaatsen, waar je verschillende urang-utans kon bewonderen. 1 Volwassen man was al enkele keren opnieuw in de natuur uitgezet, steeds een heel eind van het Sepilok reservaat vandaan, maar hij vond steeds de weg terug naar het reservaat. Het is wel makkelijk zo, voederplaatsen waar dagelijks vers voedsel wordt neergezet. Dus ze hebben het maar opgegeven. Zo'n grote volwassen man is natuurlijk wel een trekpleister, naast de vele jongere urang-utans.

Via Tawau naar Kalimantan, Berau, gevlogen en het laatste stuk ging per speedboot naar Sangalaki.
Sangalaki is een echt tropisch paradijsje, vrij klein, bij laag water loop je in 25 minuten rondom het eiland. Behalve het duikcentrum was er niets, 9 tweepersoonshutjes voor toeristen en een paar voor het personeel. Toen wij er aankwamen waren er 5 toeristen, waar onder een Duitse filmploeg, die een documentaire maakten over de schildpadden van Sangalaki. Zij vertrokken de dag er na. Daarna hadden wij 10 dagen het eiland voor ons alleen en 17 man 'personeel'. De laatste paar dagen waren er nog 4 duikers gekomen. Lekker rustig dus.Borneo037.jpg En Sangalaki was inderdaad een goede keus om manta's te zien! Bijna elke dag volop manta's gezien. Tijdens 1 duik hadden we zelfs 12 manta's om ons heen cirkelen, echt geweldig! Het zijn schitterende dieren, ze kunnen zo sierlijk zweven/zwemmen. Je had er 2 soorten, de meeste waren grijze manta's, met een witte buik en enkele zwarte manta's (eigenlijk donkergrijs), met een zwarte buik. Ze waren alleen niet zo groot als we hoopten, de meeste waren een meter of 3. Je krijgt maar niet genoeg van de manta's, tot en met de laatste dag blijf je even enthousiast bij het zien van manta's. Maar Sangalaki heeft meer te bieden dan alleen manta's. Sangalaki heeft een enorme verscheidenheid aan koralen, zowel hard als zacht. Elke duik was alsof er een film aan je voorbij ging. Zoveel soorten vissen, veel nieuwe soorten gezien, maar ook de bekende vlinder- en keizersvissen, alleen met andere kleuren en figuren/strepen. Sangalaki is een paradijs voor micro-fotografen, je zag er honderden verschillende naaktslakken en gobi's. We hadden al heel wat mooie gobi's gezien, maar dat je zoveel verschillende soorten gobi's had en zoveel bijzondere soorten, was gewoonweg geweldig. Veel vissen gezien die we alleen van plaatjes kenden, ook enkele hele bijzondere en zeldzame, zoals een dragonfish en enkele ghostpipefishes. We hadden een hele enthousiaste duikgids, Yogi. Elke duik was hij op zoek naar bijzondere vissen, hij zag ook echt alles. Bijvoorbeeld 2 soorten ghostpipefishes lijken net takjes, een stukje riet, je moet er echt helemaal met je neus bovenop zitten om ze te herkennen. Ook sommige van de aparte gobi's waren nog geen cm groot. Meestal maakten we 3 duiken per dag. Ook bij een paar buureilandjes gedoken. Kakaban had iets heel unieks, een groot zoetwater meer met 4 soorten kwallen die niet steken. Er zijn maar 2 andere plekken ter wereld die zo'n zoetwater meer hebben waar kwallen voorkomen. Je kon ze gewoon aanraken, we hebben hier gesnorkeld. Borneo023.jpg
Een andere bijzonderheid van Sangalaki waren haar groene reuze zeeschildpadden, 1,2 tot 1,5 meter groot, die hier het hele jaar door nestelen. Wij waren in het schildpadden laagseizoen, maar toch zag je rondom ons hutje elke nacht zo'n 5-6 schildpadden hun nest graven en eieren leggen. We hadden een hutje op palen. Soms kwam er een schildpad onder ons hutje graven. In het begin heel leuk, maar ze maakt me een herrie. Eerst al het zand weggraven, waarbij het zand en soms haar poten tegen de palen aan komen, daarna bij het eieren leggen zelf. Dat is blijkbaar een hele krachtinspanning, een hele zware zucht bij elk ei, en ze kan er wel zo'n 80 tot 100 leggen. De eerste nachten natuurlijk steeds kijken, je kon gewoon naast hun zitten en kijken dat ze hun eieren legden. Alleen als ze beginnen te graven, moet je even voorzichtig zijn. Ook enkele nesten zien uitkomen, we hadden dit al eens in Oman gezien, maar dit blijft zo iets moois en indrukwekkends. Binnen een paar minuten tijd, zie je de een na de ander op ongeveer dezelfde plek uit het zand kruipen, gemiddeld zo'n 70-80 schildpadjes per nest. Wat echter heel jammer is, is dat in Indonesië schildpadeieren een delicatesse zijn. Men betaalt 2-3 USD per ei. Officieel is de groene zeeschildpad beschermd, maar voor 10.000 USD kun je een vergunning kopen waarmee je het recht hebt in een bepaald gebied alle nesten leeg te halen. Zo was er op Sangalaki en de buureilanden ook een 'eggcolector'. Elke ochtend voor zonsopgang had hij de nesten van die nacht al leeggehaald. Het duikcentrum was hier natuurlijk niet zo gelukkig mee, maar kunnen daar niets aan doen. Toen is iemand met het idee gekomen dat toeristen een nest kunnen adopteren. Dit kost 20 USD, 10 USD gaan naar de eggcollector, opdat hij het nest met rust laat.Borneo028.jpg Dat doet hij dan ook, hij beseft goed dat niet alle nesten leeggehaald moeten worden, anders zijn er straks geen schildpadden en geen inkomsten meer. De andere 10 USD gaan naar een man van het duikcentrum die de nesten in de gaten houdt. Hij maakt een bordje met de naam van de adoptieouder en de datum van het nest en het nestnummer. Overal zag je die bordjes staan. Het duurt zo'n 58-60 dagen voordat zo'n nest uitkomt. Dus wij goed kijken, welke nesten op het punt stonden uit te komen. De man van het duikcentrum houdt dit ook bij. Tegen de tijd dat een nest moet uitkomen, zet hij een bodemloos kratje op het nest. Een paar keer per dag controleert hij deze nesten, maar de mestten komen tegen zonsondergang uit. Door dat kratje blijven de babyschildpadjes in het krat zitten. Er worden dan enkele foto's van de uitkomende of uitgekomen schildpadjes gemaakt, tesamen met het naambordje. Dan worden de schildpadjes geteld en in een bak gedaan en als het helemaal donker is, worden ze naar zee gebracht, al waar ze op het strand worden vrijgelaten. Daar wordt nog een foto gemaakt en deze foto's worden naar de adoptieouders gestuurd. Dus nu staat er ook een bordje met Anja & Han, 24-5-1999, nest 188. Dus wij zullen straks de trotse ouders van een heel nest babyschildpadjes zijn. Een leuk idee, om nesten te adopteren, ter bescherming. Zodoende konden wij ze ook zien uitkomen. Er werd dan op onze deur geklopt en werd er babyturtles geroepen. Wij vlogen dan de deur uit. 2 Nesten helemaal zien uitkomen en 2 nesten waar juist de laatste uitkwamen. Geholpen ze in een bak te doen en te tellen, het zijn echte juweeltjes, zo klein nog. Ze kunnen 1½ m groot worden en zo'n 100 jaar oud. Pas met 30-35 jaar leggen de vrouwtjes hun 1e nest. Borneo032.jpgMet duiken natuurlijk heel wat zeeschildpadden gezien, ze ook zien paren. Sommige vrouwtjes hebben het aardig te verduren met heel wat belagers. Een paar keer tijdens het paren zelfs gezien dat een 2e en 3e mannetje het mannetje dat bezig is, beklimt en probeert te verdringen. Je ziet alleen maar volwassen zeeschildpadden, slechts 1x een wat kleinere gezien. De eerste avond raakten we met 1 van de Duitse filmers aan de praat. Hij vertelde dat er nog maar heel weinig over deze zeeschildpad bekend is, vooral over hun jeugd en waar ze de eerste 30 jaar verblijven. Dit was zijn 4e schildpadden documentaire. Ook waren er enkele grote monitorlizards op het eiland, helaas worden deze hagedissen ook als delicatesse beschouwd, Borneo033.jpgdus vele grote volwassen dieren worden gevangen. Enkele waren ruim 1,3 meter lang, staart meegerekend. Je zag er ook verschillende cocosnootkrabben, echte joekels van krabben, een stuk groter als cocosnoten. Met hun scharen, kunnen ze cocosnoten openkraken. Slechts enkele mislukte pogingen gezien. Of is het een sterk verhaal dat ze daadwerkelijk cocosnoten kunnen kraken? Ze hebben wel enorme scharen!

Vorig artikel Zuidelijk Afrika
Volgend artikel Costa Rica
Back To Top